Onderzoek en discussie over strafmaat jeugdige daders van ernstige misdrijven
Op 3 februari is het WODC onderzoek ´De strafmaat voor jeugdige daders van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven in internationaal perspectief’ gepubliceerd. Het is een rechtsvergelijkend multidisciplinair onderzoek uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam en Universiteit Leiden. Aanleiding voor het onderzoek is de petitie ‘Verhoog jeugdstraffen’ ingediend door de ouders van kinderen die vermoord zijn door minderjarige daders. Uit de reactie van demissionair minister Dekker voor Rechtsbescherming blijkt dat deze overweegt om de duur van de jeugddetentie voor 16 tot 23 jarigen te verhogen. Defence for Children vraagt de regering de conclusies van het onderzoek zorgvuldig te lezen. Uitgaande van het onderzoek is er géén aanleiding om de jeugddetentie te verhogen. Wel vragen de conclusies om een verdere professionalisering van het jeugdstrafrecht en een verheldering van doelen en het onderscheid tussen straf en maatregelen.
Vergelijking met andere landen
De onderzoekers hebben een vergelijking gemaakt met Engeland en Wales, Ierland, België, Duitsland en Zweden. Onderzocht is wat de effectiviteit van de sancties is en hoe het jeugdstrafrecht in Nederland en andere landen zich verhoudt tot internationale mensenrechten zoals vastgelegd in het VN-Kinderrechtenverdrag en EU-richtlijnen. Tevens doen zij aanbevelingen over het bepalen van de strafmaat in het jeugdstrafrecht bij ernstige gewelds- en zedenmisdrijven begaan door minderjarigen.
Aanbevelingen onderzoekers
Het onderzoek laat zien dat aanpassing van het Nederlandse jeugdsanctierecht vanuit wetenschappelijk oogpunt niet nodig is. De beslissing hierover is aan de wetgever. Voor het beoordelen van de vraag of aanpassingen nodig zijn in het berechten en bestraffen van jeugdigen die veroordeeld zijn voor het plegen van een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf geven de onderzoekers wel de volgende aanbevelingen mee:
- Beperk de discussie tot enkele gespecificeerde ernstige gewelds- en zedenmisdrijven.
- Besteed aandacht aan de verhouding tussen de jeugddetentie en de PIJ-maatregel.
- Zorg ervoor dat de inzet van evidence-based behandeling in de justitiële jeugdinrichtingen een voorwaarde is bij verhoging strafmaat.
- Besteed aandacht aan de verhouding tussen het jeugdstrafrecht en het adolescentenstrafrecht.
- Overweeg bij eventuele verhoging van de duur van de jeugddetentie de invoering van een regeling voor voorwaardelijke invrijheidstelling.
- Verduidelijk de strafdoelen en ga na in hoeverre verhoging van de strafmaat daaraan bijdraagt.
Jeugdsanctiesysteem verbeteren
Het onderzoek maakt verder duidelijk dat vervolgonderzoek nodig is om te komen tot een effectiever sanctiestelsel dat in lijn is met het VN-Kinderrechtenverdrag. De wetgever heeft een betere wetenschappelijke basis nodig bij het maken van goed onderbouwde beslissingen over de strafmaat voor jeugdigen die zich schuldig maken aan een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf in Nederland en daarbuiten. Defence for Children bevestigt dat het jeugdsanctiesysteem kan worden verbeterd. De door Dekker minister voor Rechtsbescherming aangekondigde conferentie met wetenschappers, deskundigen uit de jeugdstrafrechtspraktijk en vertegenwoordigers van slachtoffers en nabestaanden kan daaraan bijdragen. Belangrijk blijft dat de uitgangspunten van het jeugdstrafrecht centraal blijven staan zodat niet het vergeldingsaspect en de hoogte van de straf centraal staan, maar de effectiviteit van een straf gericht op een positieve ontwikkeling van de jeugdige leidend blijft.