COA moet bij woningtoewijzing aan statushouders rekening houden met belangen van kinderen
Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) moet bij het vinden van passende woonruimte voor gezinnen met een verblijfsvergunning rekening houden met de belangen van ieder kind. Dat bepaalde de rechtbank Midden-Nederland op 29 september 2021 in een kort gedinguitspraak. In deze zaak bood het COA een gezin met zes kinderen woonruimte aan die volgens de voorzieningenrechter naar objectieve maatstaven niet voldeed. Het COA had de belangen van de kinderen (ook) moeten meewegen alvorens de woning geschikt te achten. Dit is in overeenstemming met artikel 3 lid 1 van het Kinderrechtenverdrag. Daarin staat dat bij alle maatregelen betreffende kinderen, de belangen van het kind een eerste overweging moeten vormen.
Feiten van de zaak
De zaak gaat om een vader en moeder met zes kinderen die in 2015 staatloos vanuit Libanon naar Nederland vluchtten. Ze hebben sinds een jaar een verblijfsvergunning. Tot nu toe wonen ze in een asielzoekerscentrum (AZC) in Amersfoort. Het COA bood het gezin een woning aan in de gemeente Ronde Venen, 60 km verderop. Het gezin weigerde de woning, omdat deze te klein is en niet voldoet aan de ‘plaatsingscriteria’ waarmee het COA rekening moet houden bij het aanbieden van een woning aan statushouders. Plaatsingscriteria zijn bijvoorbeeld dat de betrokkene familie in de betreffende gemeente heeft, daar is toegelaten tot een opleiding dan wel werk heeft of in de gemeente een niet over te dragen medische behandeling ondergaat. De kernvraag in de procedure is of het COA zich redelijkerwijs op het standpunt mag stellen dat de aangeboden woning als passende huisvesting is aan te merken en om die reden tot ontruiming van de woning van het gezin in het AZC mag overgaan. De voorzieningenrechter beantwoordt die vraag ontkennend.
Belangen van kinderen meewegen
De rechter stelt voorop dat de vraag of er sprake is van een passende woning ter beoordeling van het COA is. Het COA moet daarbij rekening houden met de objectieve plaatsingscriteria. Subjectieve woonwensen mogen geen rol spelen. Echter, het COA had de belangen van de kinderen moeten meewegen. Een paar kinderen hebben werk en/of volgen een opleiding, al dan niet in combinatie met een stage, in Amersfoort. Bovendien zit één van de andere kinderen daar op het speciaal onderwijs. Zij ondergaat ook medische behandelingen in Amersfoort. Het COA heeft volgens de rechter niet onderzocht of de kinderen hun opleidingen (al dan in combinatie met een stage en/of werk) en speciaal onderwijs daadwerkelijk in de nieuwe omgeving kunnen volgen. Ook is niet meegewogen dat de medische behandeling moeilijk overdraagbaar is. Dit had het COA wel moeten doen. Indien dit was gebeurd, dan was het COA volgens de rechter zeer waarschijnlijk tot de conclusie gekomen dat het gezin in de omgeving Amersfoort woonruimte moet krijgen. De rechter wijst ontruiming van de woning in het AZC daarom af en draagt het COA op een nieuw woningaanbod te doen waarbij de kinderen worden gehoord en hun belangen worden betrokken.
COA moet beleid aanpassen
Volgens het COA is het aandacht schenken aan de belangen van kinderen tijdens het vinden van een passende woning ongebruikelijk. Het COA kijkt conform zijn beleid enkel naar de situatie van de ouders. De omstandigheden van de kinderen worden buiten beschouwing gelaten, tenzij er sprake is van een medische indicatie of indien een kind inkomen geniet en daardoor bijdraagt in het levensonderhoud van het gezin. Dit komt in de praktijk echter nauwelijks voor. Deze werkwijze van het COA acht de voorzieningenrechter dus in strijd met artikel 3 lid 1 van het Kinderrechtenverdrag.
Sander Schuitemaker, juridisch adviseur Kinderrechten en Migratie:
“Het belang van het kind dient te worden betrokken bij alle beslissingen over kinderen. Het COA laat structureel na bij de beoordeling van passende woonruimte voor statushouders de belangen van kinderen in kaart te brengen en mee te wegen. Het is goed dat het COA hiervoor door de rechter op de vingers is getikt. Defence for Children roept het COA op de plaatsingscriteria voor passende woonruimte zo snel mogelijk in overeenstemming met het VN-Kinderrechtenverdrag te brengen om verdere kinderrechtenschendingen te voorkomen.”