Scroll down
Sinds 2013 is de definitie van mensenhandel in het wetboek van strafrecht uitgebreid met het gedwongen plegen van strafbare activiteiten. Echter, zakkenrollerij, winkeldiefstal en inbraak door kinderen wordt vaak niet als uitbuiting (h)erkend. Deze kinderen worden dan gestraft voor daden die zij onder dwang hebben gepleegd, of zij worden heengezonden en lopen zo weer rechtstreeks in de armen van de uitbuiter. Uit de zaken die worden gemeld bij de Kinderrechtenhelpdesk van Defence for Children, blijken verschillende groepen kinderen extra kwetsbaar te zijn voor criminele uitbuiting. Hieronder bevinden zich alleenstaande en rondtrekkende Oost-Europese Roma kinderen en alleenstaande Albanese en Marokkaanse jongens die asiel komen vragen. Ook slachtoffers van Loverboys worden bijvoorbeeld ingezet als drugskoerier.
Het is van belang dat politie en kinderbescherming meer kennis hebben om criminele uitbuiting te herkennen en hierop te handelen. Het opsporen en vervolgen van daders is van belang om de kinderen te beschermen. Daarnaast moet er hulp komen voor deze kinderen. Zo moeten ze in instellingen kunnen worden geplaatst waar zij veilig zijn en waar aan een ander toekomstperspectief kan worden gewerkt. Buitenlandse kinderen worden veelal teruggestuurd naar het land van herkomst zonder belangenafweging en een duurzame oplossing. Het kind blijft zo kwetsbaar voor uitbuiting. Defence for Children – ECPAT pleit voor beleid waarbij de bescherming van deze kinderen voorop staan en wordt gewerkt aan duurzame oplossingen.