Scroll down
Meisjesbesnijdenis is een ingreep aan de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen zonder medische noodzaak. Wereldwijd zijn naar schatting ten minste 200 miljoen meisjes en vrouwen in zware of lichte vorm besneden, zo blijkt uit cijfers van de Verenigde Naties. Vrouwenbesnijdenis komt voor in Afrika, Azië, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika. Er zijn grote verschillen per land. Landen met de hoogste percentages besneden meisjes en vrouwen zijn Somalië (98%), Guinee (95%), Djibouti (94%), Mali (89%), Egypte (87%), Sudan (87%) en Sierra Leone (86%). Door toenemende migratie uit landen waar meisjesbesnijdenis voorkomt, komt de praktijk ook voor in Europa, de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. In Nederland wonen 38.000 meisjes in de leeftijd van 0-19 met tenminste 1 ouder uit een land waar meisjesbesnijdenis voorkomt. Van deze 38.000 meisjes lopen 4.200 meisjes het risico besneden te worden in de komende 20 jaar. Dit risico is vooral aanwezig wanneer zij hun land van herkomst bezoeken. Verder wonen er in Nederland ongeveer 41.000 vrouwen die besneden zijn.
Meisjesbesnijdenis is een complex probleem door de sociale, culturele, economische en religieuze factoren die hierin een rol spelen. Sommige religieus-culturele regels schrijven voor dat meisjes besneden moeten worden als noodzakelijke stap voor de overgang naar volwassenheid. Daarnaast nemen de kansen van meisjes om te kunnen trouwen af als zij niet besneden zijn. Waar meisjesbesnijdenis de norm is, heerst grote sociale druk op meisjes en hun familie om de praktijk te blijven uitvoeren, uit angst voor uitsluiting. Meisjesbesnijdenis kan levenslange lichamelijke, psychische en seksuele problemen veroorzaken. Defence for Children vindt meisjesbesnijdenis onder andere een ernstige inbreuk op het recht van meisjes op lichamelijke onschendbaarheid en het kan ernstige schade voor de gezondheid van meisjes betekenen, wat beiden een schending van het VN-Kinderrechtenverdrag is. Wij willen dat er wereldwijd een einde komt aan deze praktijk.