Scroll down
Berdi de Jonge, de bevlogen directeur van inclusieve basisschool De Korenaar uit Eindhoven, heeft goed nieuws. De gemeente Eindhoven springt sinds maart van dit jaar bij om het inclusieve onderwijs op haar reguliere school te financieren. In het speciaal (basis)onderwijs krijgen scholen de kosten van de extra zorg en onderwijsbegeleiding voor kinderen met een beperking vergoed. Als dezelfde kinderen naar een reguliere basisschool gaan, is dat niet het geval. Het feit dat ‘het geld het systeem volgt’, is een van de redenen waarom reguliere (basis)scholen vaak geen kinderen met een beperking toelaten. Vorig jaar pleitte Berdi er daarom voor de financiering van inclusief onderwijs anders op te zetten. De gemeente Eindhoven bleek bereid met Berdi mee te denken, met als resultaat dat er een pilot loopt op De Korenaar waarin ‘het geld het kind gedeeltelijk volgt’. Berdi hoopt dat de pilot zich als een olievlek verspreidt. Ze voegt eraan toe: “Als de financiering van inclusief onderwijs op orde is, kan het speciaal (basis)onderwijs, als we de expertise tenminste behouden, geleidelijk worden afgeschaft.”
Dankzij de pilot, die in ambtenarentaal Collectief budget voor jeugdhulp tijdens onderwijstijd heet, krijgt De Korenaar een vast bedrag voor de op school ingeschreven kinderen met het syndroom van Down. Dit bedrag is bedoeld om ervoor te zorgen dat er de hele week iemand op school beschikbaar is voor wat ‘bovengebruikelijke’ zorg heet. Dat is de verzorging en begeleiding die uitgaat boven de zorg die een kind van dezelfde leeftijd zonder beperkingen nodig heeft. Als voorbeelden noemt Berdi begeleiding bij het aan- en uitkleden voor de gymles en verschonen. Omdat reguliere scholen de kosten daarvan normaal gesproken niet vergoed krijgen, komt de extra zorg dan noodgedwongen neer op de leerkracht. “Maar”, zegt Berdi, “die kan het niet doen, want die staat er alleen voor. Dat leidt er vaak toe dat de school en/of de ouders tot de conclusie komen dat het kind tóch op speciaal (basis)onderwijs is aangewezen.”
“De pilot laat zien dat we dat kunnen voorkomen”, gaat Berdi verder. “Nu geldt die formeel alleen voor kinderen met het syndroom van Down, maar de gemeente Eindhoven heeft ermee ingestemd dat we de extra hulp ook mogen inzetten voor de bovengebruikelijke zorg aan andere kinderen met een beperking. Voor de kosten van de extra onderwijsbegeleiding krijgen wij via ons bestuur een vast bedrag voor het betreffende kind. Samen met het bedrag dat we van de gemeente ontvangen, hebben we zo voldoende financiële middelen om een schil van hulp te creëren rondom de groepen. De extra zorg en onderwijsbegeleiding komt daardoor niet alleen op de leerkrachten neer. Ondanks deze helpende ontwikkelingen ontvangen we nog steeds veel minder geld voor een leerling met een beperking dan het speciaal (basis)onderwijs. Dat is toch niet eerlijk?”
<de tekst gaat onder de foto door>
Berdi vervolgt: “We zien dat inclusief onderwijs werkt en dat het, als je als school naar de mogelijkheden van het kind kijkt in plaats van naar de beperkingen, écht mogelijk is. Ons uitgangspunt op De Korenaar is dat alle kinderen uit de wijk ook in de wijk naar school moeten kunnen. Als je daarin onderscheid maakt, dan label je niet alleen kinderen, maar sluit je ook kinderen uit. Daarmee geef je niet het goede voorbeeld en beperk je kinderen tevens in de ontwikkeling van vaardigheden die ze later in de maatschappij, die heel divers is, nodig hebben. Waar het om gaat, is dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen, niet alleen op cognitief, maar ook op sociaal gebied. Daarvoor hebben ze elkaar nodig. Daar komt nog bij, zoals deze week in het nieuws was, dat als kinderen in de wijk naar school kunnen, ze niet meer met een busje naar het speciaal onderwijs hoeven. Dat scheelt vaak veel reistijd en kost kinderen ook minder energie. Ze kunnen dan na school nog buiten spelen of afspreken.”
Met de aandacht voor inclusief onderwijs en de toenemende bewustwording dat we naar inclusief onderwijs toe moeten, is volgens Berdi al een grote stap in de goede richting gezet. In haar optiek kan elke school inclusief worden als de visie dat diversiteit een kwaliteit is, door iedereen binnen het schoolteam wordt gedragen. Wel is de expertise van het speciaal (basis)onderwijs een voorwaarde om kinderen met een beperking ook op een reguliere school te kunnen bieden wat ze nodig hebben. “Daarnaast hebben scholen”, zegt Berdi, “concrete richtlijnen nodig waarin kaders staan hoe ze inclusief onderwijs het best vorm kunnen geven. Zo moeten er voldoende specialismen binnen de school zijn op didactisch, pedagogisch en inhoudelijk gebied. Wat betreft de benodigde extra zorg en onderwijsbegeleiding moet de schil van hulp voldoende dik zijn. En als de financiering het kind volgt in plaats van het systeem, hoeft er niet eens zoveel geld meer bij om inclusief onderwijs daadwerkelijk te realiseren.”
Defence for Children vraagt tijdens de Week van Inclusief Onderwijs, een initiatief van platform 'Naar Inclusiever Onderwijs', aandacht voor het belang van inclusief onderwijs, de goede stappen die al zijn gezet en de stappen die nog gezet moeten worden. In het licht daarvan interviewen we de vijf geportretteerden van de Inclusief Onderwijs Maand 2020 opnieuw: Berdi, Lauren, Merijn, Kamils ouders en Idman.
Credits foto's: Daniella van Bergen