Scroll down
Idman van 34 jaar heeft een lichte verstandelijke beperking. In groep 3 van het primair onderwijs blijkt dat ze achterloopt op haar klasgenoten. Haar ouders krijgen het advies haar naar het speciaal onderwijs te laten gaan waar er wel genoeg tijd en aandacht zal zijn om haar te ondersteunen in haar ontwikkeling. Idman volgt vervolgens primair en voortgezet onderwijs binnen het speciaal onderwijs. Momenteel werkt ze bij de Landelijk Federatie Belangenverenigingen Onderling Sterk (LFB), de landelijke belangenorganisatie door en voor mensen met een verstandelijke beperking. In dit verhaal blikt ze terug op haar schoolcarrière en vertelt ze over het belang van inclusief onderwijs.
Idman heeft een fijne tijd gehad in het speciaal onderwijs, maar ze ziet ook de gemiste kansen wanneer kinderen met een beperking, zoals zij, op jonge leeftijd op een aparte school gezet worden. “Je wordt als kind met een beperking buiten de maatschappij geplaatst. Ik maakte op mijn twintigste pas kennis met de wereld waar andere kinderen op de basisschool al in deelnemen.”
Mensen met en zonder beperking ontmoeten elkaar te weinig. Idman ziet het tijdens haar werk bij LFB veelvuldig. Daar geeft ze workshops en trainingen voor organisaties, bedrijven en scholen over werken met mensen met een verstandelijke beperking. Ze vertelt over haar werk, over hoe ze daar met het openbaar vervoer heen reist en hoe ze zich verder redt. Dat levert bij de deelnemers veel nieuwe inzichten op. Idman stelt: “omdat ze niet met mensen met een beperking in contact komen, zien ze niet wat allemaal mogelijk is. Ik laat zien dat we veel meer zijn dan alleen mensen met een beperking.”
Dat mensen met en mensen zonder beperking elkaar niet ontmoeten, begint al bij het onderwijs volgens Idman. “Mijn school voor speciaal onderwijs lag tien kilometer verderop, daardoor was het altijd lastig afspreken met klas- en buurtgenootjes.” Ze benadrukt daarom de meerwaarde van inclusief onderwijs. “Wanneer kinderen met en zonder beperking elkaar al vanaf hun schooltijd ontmoeten, zal je al snel zien dat mensen met een beperking meer kunnen dan mensen denken.” Idman benoemt daarbij wel het belang van de juiste scholing van leerkrachten. Op een school moet de kennis aanwezig zijn om leerlingen met een beperking goed te kunnen begeleiden. Deze kennis was er toen jammer genoeg op haar eerste basisschool niet. Op het speciaal onderwijs was deze kennis er wel.
<tekst loopt door onder de video>
Idman (34) vindt dat je als kind met een licht verstandelijke beperking buiten de maatschappij wordt geplaatst en pleit voor inclusief onderwijs.
Het laatste jaar op het voortgezet speciaal onderwijs loopt Idman steeds meer dagen per week stage. Zo kunnen zij en haar klasgenoten al wennen aan het werken. Er wordt met Idman niet gekeken naar een mogelijke vervolgopleiding. Een gemiste kans volgens Idman. Ze wilde altijd al in een kledingwinkel werken, maar daarvoor heb je een mbo-diploma nodig. Uiteindelijk begint Idman tien jaar nadat ze klaar is met de middelbare school alsnog met een mbo-opleiding. Idman: “Ik had destijds graag geweten van de optie om door te leren, zodat ik daar zelf een keuze in kon maken. Ik had het liever eerder gedaan, maar ik zie het positief in dat ik nu wel een diploma op zak heb.”
Idman pleit voor inclusief onderwijs. Deze onderwijsvorm zorgt ervoor dat mensen met en zonder een beperking elkaar al vanaf jonge leeftijd ontmoeten en van elkaar leren. Dat zal er volgens Idman voor zorgen dat in het onderwijs, op de werkvloer en in de politiek ook rekening gehouden wordt met mensen met een beperking. Dat is nu niet altijd het geval. “Bij het uitbreken van de coronacrisis begreep ik de berichtgeving van de overheid niet.” Haar inziens is dit een voorbeeld waarbij geen rekening gehouden wordt met mensen met een beperking. “Vergeten ze ons nou? Of vinden ze ons niet belangrijk?”, vraagt Idman zich af. Toch gelooft ze dat het uiteindelijk wel goed komt, al is het stapje voor stapje.
In aanloop naar het debat over de evaluatie van de Wet passend onderwijs in de Tweede Kamer op 16 november vragen we met JongPIT en FNO een maand lang aandacht voor inclusief onderwijs. Dagelijks delen we verhalen en perspectieven over de ervaringen met passend onderwijs en wat inclusief onderwijs betekent voor schoolleiders, docenten, zorgcoördinatoren, ouders kinderen en jongeren.